Je bekijkt nu Upekkha (gelijkmoedigheid)

Upekkha (gelijkmoedigheid)

Door Marjolein Janssen

In eerdere artikelen heb ik de eerste drie brahmavihara’s behandeld: liefdevolle vriendelijkheid, compassie en medevreugde. De vierde, en laatste, brahmavihara (of verheven gemoedstoestand) komt in dit artikel aan bod. De Pali-term is upekkha, wat in het Nederlands vaak vertaald wordt met gelijkmoedigheid. Gelijkmoedigheid is een staat van zijn waarbij we in balans zijn met de constante stroom van veranderende omstandigheden die we tegenkomen, zowel in onszelf als in de wereld.

Gelijkmoedigheid is als grootmoederliefde

De Boeddha verwoordt het zo:

Winst en verlies, succes en verslagenheid, hulde en blaam, vreugde en ellende – al deze dingen zijn vergankelijk in het leven van mensen, niet blijvend en onderhevig aan verandering. De indachtige en wijze onderscheidt dit goed, en is gewaar van hun constante verandering. De dingen die plezierig zijn verstoren zijn geest niet en de dingen die onplezierig zijn irriteren hem niet.
(Lokavipatti Sutta (Anguttara Nikaya 8.6) – vertaling door: http://www.sleuteltotinzicht.nl/a08-006.htm)

Volgens de Amerikaanse leraar Gil Fronsdal is compassie als moederliefde en gelijkmoedigheid als de liefde van een grootmoeder. Bij gelijkmoedigheid hebben we namelijk meer afstand tot wat er speelt. Als grootmoeder hebben we het allemaal al een keer gezien en weten we dat de dingen meestal toch wel op hun pootjes terechtkomen.

We zijn ons ervan bewust dat er lijden is in de wereld. Ons hart is open en resoneert met het lijden en tegelijk weten we hoe beperkt onze reikwijdte eigenlijk is. Dat is iets wat we als grootmoeder of -vader met gelijkmoedigheid accepteren. We realiseren ons dat andermans leed en geluk zich binnen onze cirkel van bezorgdheid, maar vaak buiten onze invloedssfeer bevinden.

Gelijkmoedigheid is al grootmoederliefde - Bright Dharma online mediteren

Kamma

Gelijkmoedigheid is nauw verweven met het begrip kamma. De klassieke zin voor de beoefening van gelijkmoedigheid is: Jij bent de erfgenaam en eigenaar van je kamma, jouw geluk of ongeluk hangt af van jouw kamma, niet van mijn goede wensen voor jou. Kamma is een Pali-woord. Het bekendere Sanskriet-woord ‘karma’ betekent hetzelfde. De letterlijke betekenis is ‘actie’ of ‘handeling’, maar meestal wordt het gebruikt voor de vruchten en resultaten van die handelingen. Er valt heel veel te zeggen over dit diepzinnige onderwerp, maar in dit artikel beperk ik me tot de betekenis van kamma in de context van de oefening in gelijkmoedigheid.

In het kort betekent kamma dat de acties, keuzes en intenties die we de wereld in brengen allemaal bepaalde resultaten geven. Heilzame acties, keuzes en intenties (dat wil zeggen acties die onszelf of anderen niet schaden) brengen heilzame resultaten. Onheilzame acties, keuzes en intenties brengen onheilzame resultaten.

Verantwoordelijkheid bij de ander laten

Alle wezens zijn verantwoordelijk voor hun eigen acties, keuzes en intenties. We hebben allemaal tot op zekere hoogte de keuze om heilzame acties te verrichten in plaats van onheilzame. Een voorbeeld is dat een tiener de keuze maakt om tijdens een avondje uitgaan heel dronken te worden. Als ouder kunnen we dat proberen te verbieden, omdat we weten dat ons kind zich de volgende dag niet lekker zal voelen. Maar we hebben niet altijd in de hand wat onze kinderen doen, en zij zullen zelf keuzes moeten maken en daar ook van leren.

Gelijkmoedigheid stelt ons in staat te zien dat we geen macht hebben over de keuzes van anderen, ook niet als die misschien onheilzaam zijn. We kunnen een ander wel goede wensen sturen, maar het geluk van die ander hangt niet af van onze goede wensen. Het hangt af van de keuzes die hij of zij maakt. Het is belangrijk op te merken dat er ook gebeurtenissen in het leven zijn die we niet zelf kiezen en die een grote impact kunnen hebben, zoals een ongeluk of natuurramp.

Op het eerste gezicht kan het lijken alsof we tegen de ander zeggen: zoek het maar uit, jij bent verantwoordelijk! Maar gelijkmoedigheid is niet hetzelfde als onverschilligheid. Een grootmoeder staat niet onverschillig tegenover haar kleinkinderen, maar is juist heel betrokken en zorgzaam. Tegelijk ziet ze dat ze geen of zeer weinig invloed heeft op de keuzes die haar kleinkinderen maken, dat ze weinig of geen invloed heeft op hoe het leven loopt, dat het leven met ups en downs komt en dat na elke down ook weer een up volgt.

De Amerikaanse meditatieleraar Jack Kornfield schrijft in zijn boek Bringing Home the Dharma: Awakening Right Where You Are:

Echte gelijkmoedigheid is geen terugtrekking; het is een evenwichtige betrokkenheid bij alle aspecten van het leven. Het opent zich voor alles in het leven vanuit onverstoorbaarheid en gemoedsrust, het aanvaardt de mooie en de beangstigende aard van alle dingen. Gelijkmoedigheid omarmt dat wat geliefd is en dat wat niet geliefd is, het aangename en het onaangename, het plezier en de pijn.

Als we gelijkmoedig zijn, zien we dat er lijden is. En we zien ook dat mensen lijden mede door de keuzes die ze maken. Er komt compassie in ons op bij het zien van lijden, en ook de wens dit te verzachten. Tegelijk maakt een hart vol gelijkmoedigheid dat we niet wegzinken in ellende. Het gelijkmoedige hart is in balans, aangezien het wijze aspect in ons ziet dat we geen meester zijn over de situatie.

Zelf verantwoordelijkheid nemen

Wat onszelf betreft nemen we verantwoordelijkheid voor onze eigen acties en keuzes én de consequenties daarvan, of ze nu aangenaam of onaangenaam zijn. Ook realiseren we ons dat geluk iets is dat van binnenuit komt. Het hangt voor een groot deel af van hoe we reageren op de mensen om ons heen, externe omstandigheden en onze innerlijke belevingswereld.

De relatie tot de andere drie brahmavihara’s

Gelijkmoedigheid hangt sterk samen met de ontwikkeling van de andere brahmavihara’s. Als gelijkmoedigheid sterker wordt kunnen we liefdevolle vriendelijkheid, compassie en medevreugde uiten zonder ons te hechten aan het resultaat van onze goede wensen. We sturen onze wensen vanuit openheid en wijsheid, zonder de uitkomst te willen beïnvloeden of de dingen anders te willen dan ze zijn.

Vijanden van gelijkmoedigheid

Net als de andere brahmavihara’s heeft gelijkmoedigheid een nabije en een verre vijand: dat wat we gemakkelijk aanzien voor gelijkmoedigheid maar het niet is, en het tegenovergestelde van gelijkmoedigheid. De nabije vijand is onverschilligheid, waar ik eerder al over schreef. De verre vijanden zijn verlangen en wrok. Verlangen kan zich uiten in de wens om wél invloed te hebben op het geluk en het lijden van een ander of onszelf. Dan willen we bijvoorbeeld dat onze goede wensen uitkomen en dat de ander er positief op reageert, terwijl we er in werkelijkheid geen macht over hebben. Wrok is opgekropte haat of boosheid voortkomend uit een gevoel van onrecht. Buddhaghosa, een invloedrijke monnik die een paar honderd jaar na de Boeddha leefde, schrijft:
Gelijkmoedigheid vernietigt verlangen en wrok, en verlangen en wrok vernietigen gelijkmoedigheid, en dus zijn ze directe tegenstellingen of, zoals de traditie ze noemt, verre vijanden.
Aangezien de beoefening een zuiveringsproces is, zal erbij omhoog komen wat nog niet strookt met gelijkmoedigheid, waaronder de nabije en verre vijanden. Het is goed er opmerkzaam op te zijn, te herkennen wanneer de vijanden opkomen en ze de ruimte te geven om te transformeren. Het helpt om te beseffen dat je op de goede weg bent als de vijanden zich aandienen. Het betekent dat het zuiveringsproces in volle gang is.

De beoefening van gelijkmoedigheid

Voor de ontwikkeling van gelijkmoedigheid wordt in de boeddhistische geschriften de zin aangedragen die ik hierboven al een keer genoemd heb:

Jij bent de erfgenaam en eigenaar van je kamma, jouw geluk of ongeluk hangt af van jouw kamma, niet van mijn goede wensen voor jou.

Mocht je moeite hebben met het woordje kamma dan kun je dat ook vervangen door ‘acties’. Verder is dit een lange zin; niet iedereen vindt dit fijn oefenen. Mijn eigen ervaring is dat het prima kan werken als je de zin uit je hoofd kent en je je er goed op concentreert.

Ik ervaar ook dat deze zin de kracht heeft om gelijkmoedigheid op te wekken. Door te erkennen dat de ander verantwoordelijk is voor zijn/haar kamma of acties, wordt als het ware de verantwoordelijkheid voor het geluk van die ander van onze schouders getild. We kunnen hem of haar daardoor vanuit lichtheid en openheid het goede toewensen.

Als je het toch niet prettig vindt om met zo’n lange zin te werken zijn hier enkele suggesties voor andere zinnetjes:
Ik wens je geluk, en ik kan jouw keuzes niet voor je maken.
Moge ik/je in balans zijn.
Moge ik/je het komen en gaan van dingen bezien met gelijkmoedigheid.

Bij gelijkmoedigheid is de categorie die als makkelijkste wordt beschouwd en waar we traditioneel mee beginnen de neutrale persoon. Het idee is dat we relatief gemakkelijk gelijkmoedigheid kunnen ontwikkelen voor iemand die geen uitgesproken gevoelens bij ons oproept. Na de neutrale persoon gaan we over op een weldoener, een goede vriend, een moeilijk persoon, onszelf en tot slot alle levende wezens. Het ik komt als laatste vóór alle levende wezens, omdat het als de moeilijkste categorie wordt beschouwd. Over het algemeen hebben we de minste ‘grootmoeder-afstand’ tot onszelf.

Gelijkmoedigheid is in balans zijn - Bright Dharma online sangha

Begeleide meditatie

Ik kan de volgende begeleide gelijkmoedigheidsmeditatie aanraden, gegeven door de Amerikaanse lerares Andrea Fella. Andrea vertelt eerst iets over gelijkmoedigheid en begint na ongeveer 25 minuten met de meditatie: klik hier.

Afsluiting

De wijze woorden van de Amerikaanse Tibetaans-boeddhistische non Pema Chödrön, die ons in haar boek Comfortable with Uncertainty oproept te zijn met wat er is, moedigen ons aan om alle vier de brahmavihara’s op een natuurlijke manier tot ontwikkeling te laten komen:

Het is gemakkelijk om door te gaan, zelfs na jaren van [meditatie]beoefening, met het koesteren van woede en verontwaardiging. Als we echter contact kunnen maken met de kwetsbaarheid en rauwheid van wrok of woede of wat dan ook, dan kan een groter perspectief oprijzen. In het moment dat we ervoor kiezen om met de energie te zijn in plaats van het in actie om te zetten of het te onderdrukken, trainen we in gelijkmoedigheid, in ruimer denken dan goed en kwaad. Dit is hoe alle vier de onbegrensde kwaliteiten – liefde, mededogen, vreugde en gelijkmoedigheid – evolueren van beperkt naar onbegrensd: we oefenen met het onderscheppen van de geest die verhardt in gefixeerde meningen en doen ons best om dit te verzachten. Door verzachting vallen de barrières naar beneden.

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op www.vipassanahaarlem.nl

Meer lezen en luisteren: